pedagogisch werkplan gastouderplus

Pedagogisch werk plan Gastouderplus opvang.

 

Als Gastouder vang ik kinderen op tot vier jaar. Op een liefdevolle, huiselijke manier , maar ook professioneel en op een pedagogisch verantwoorde manier waarbij ik veel aandacht heb voor de ontwikkeling van kinderen. Dit alles vanuit de mogelijkheden en interesse van het kind zelf.

Dit doe ik als gecertificeerd VVE Piramideleidster Met het programma Piramide. Ontwikkeld door CITO.

Dit houdt in dat ik maandelijks een nieuw leuk thema introduceer en daar dagelijks mee bezig ben met de kinderen. Met een kring: liedjes, spelletjes, vooral veel gebruik van zintuigen en eigen lichaam en ontdekken!                                          

Veel verschillende pedagogen hebben hun licht laten schijnen over wat goed is in de opvoeding en ontwikkeling. Mijn manier komt het meest overeen met de pedagogische stroming van Gordon.

  • Kijken naar het kind: wat zijn de behoeften van het kind individueel en in een groep?

  • Individuele aandacht geven

  • Respect hebben voor wie het kind is en in dat respect het kind benaderen, (eigenheid van karakters)

  • Communicatie tussen kinderen stimuleren,  zichzelf laten horen en leren conflicten op te lossen.

  • Ouders betrekken bij de opvang door veel persoonlijke overdracht manieren en momenten aan ouders over hun kind te creëren.

Hierbij liggen de vier pedagogische basisdoelen van de pedagoog Riksen Walraven aan ten grondslag:

  • A)Het bieden van fysieke en  b) sociaal emotionele veiligheid.

  • Ontwikkelen van persoonlijke competenties

  • Ontwikkelen van sociale competenties

  • Het doorgeven van waarden en normen.

     

 De basisdoelen samen zorgen voor een optimale omgeving van waaruit het kind zich al spelenderwijs kan ontwikkelen, samen met de andere kinderen en met de al wat oudere huisgenoten.

 A)Het bieden van fysieke veiligheid.

De omgeving waar de kinderen zich bevinden, zowel binnen als buiten moeten voldoen aan een aantal veiligheids voorschriften.  Bijvoorbeeld traphekjes of klemhekjes in de slaapkamers van de kinderen, stopcontactbeveiliging, geen gevaarlijke                  (schoonmaak)middelen laag geplaatst of op een plek waar de kinderen erbij kunnen. Geen elektrische apparatuur binnen handbereik, geen scherpe of gevaarlijke uitsteeksel op de buitenspeelplaats enz. Deze worden jaarlijks gecontroleerd door de verschillende gastouderbureaus en de GGD. Ook aan de hygiëne en brandveiligheid  worden eisen gesteld en de omgeving daarop gecontroleerd.

B) Het bieden van sociaal emotionele veiligheid.

De speelruimte moet een veilig , gezellige , uitnodigende plek zijn. Waar de verschillende kindjes de mogelijkheid hebben in verschillende hoeken te spelen of zich juist even af te zonderen. Daar heb ik met mijn inrichting rekening mee proberen te houden.

Speelhuisje van muis en daarnaast een bouwhoekje met speelgoedkast en garage.

 

 Een kindje moet weten dat je er voor hem of haar bent. Dat het hulp en/ of troost kan krijgen wanneer dat nodig is en dat het mag leren terwijl ik in de buurt ben om te helpen of om complimenten te geven wanneer iets lukt ( of toch bijna is gelukt!)  De kinderen moeten zich vertrouwd bij mij voelen als gastouder. Wanneer een kindje verdrietig is benoem ik bij de hele kleintjes eerst wat ik heb gezien dat er gebeurd is. Bij de grotere vraag ik dat en luister ik. Ik nodig het kindje uit even bij me te komen. Soms kan het nodig zijn dat een ander kindje even sorry komt zeggen. Door uit te leggen wat er is gebeurd ( je reed zo hard en botste tegen Piet op. Nu heeft hij pijn . Zeg maar even sorry, dan is het weer over. En niet zo                                        heel hard rijden hoor… Ook mogen kinderen weten dat het fijn is om samen met andere kinderen te spelen. Zo kunnen kinderen samen situaties uitspelen. Zowel met de treinbaan als bijvoorbeeld in de huishoek. Kinderen spelen bekende situaties van thuis na en zien hoe andere kinderen reageren en weer iets anders toevoegen in het spel. Ook tijdens de thema’s is hier veel aandacht voor. Bijvoorbeeld bij thema “ziek en gezond” spelen we ziek zijn na, de dokter of soms het ziekenhuis. En zo komen er verhalen.  Door samen te spelen ontwikkelen kinderen zich op emotioneel en sociaal vlak. Voelen zich veilig en zekerder in hun omgang met andere kinderen én met volwassenen. Dat geeft hen een goede start.

Hoewel het middagslaapje eigenlijk al over is… voelt dit kindje hier zo thuis dat ze lekker op de bank even in slaap valt.  Ze heeft dat dus even nodig en dat mag.

 

* Het ontwikkelen van persoonlijke competenties.

Elk kind mag leren wie hij is en wat hij al kan en wat hij nog allemaal kan leren. Bij het ontwikkelen  van de persoonlijke competentie wordt aandacht besteed aan de eigenheid en autonomie van het kind. Elk eigen karakter mag zo zijn . Daar heb ik als gastouder respect voor en dat probeer ik ook op de andere kindjes over te brengen: ” Peter houdt niet zo van stoeien, hij vindt samen een boekje lezen leuker”.  Dat wil niet zeggen dat ik kinderen niet stimuleer om hun eigen grenzen te verleggen. Een kindje wat angstig is voor dieren gaat wel mee naar de kinderboerderij en zo probeer ik de angst om te zetten naar minder of niet eng of zelfs lief.. Door uitleg te geven over de dieren “kijk eens dat geitje eet gras, dat vindt ze lekker. Kindjes bijten niet, daar houdt ze niet van.” “kom maar eens voelen hoe zacht het konijntje is. Wel zachtjes doen, anders schrikt het konijntje van je”. Zo groeit een kind ook in wat het kan en durft en dat is voor zijn eigenwaarde weer een opsteker.

Ook leer ik kinderen nieuwe dingen en vaardigheden door steeds iets aan te bieden wat ze al kennen en weten en daarnaast ook steeds iets van wat ze nog net niet helemaal kennen of weten. Daardoor worden kinderen weer aangemoedigd het toch te proberen. Soms is dit een net iets moeilijkere puzzel of het beklimmen van de glijbaan.

Maar ook het aanmoedigen tijdens een knutsel of bouwwerk om het nog iets mooier, voller of hoger te maken. Stimuleert de creativiteit van het kind en van de complimenten groeit het kindje nog meer in wat het kan en durft. Ook het zelf naar de wc gaan, aan en uitkleden hoort bij de autonomie van het kind. “Dit kan ik al zelf!”  Ook daar is aandacht voor.

Aan de puzzeltafel rustig spelen met ontwikkelingsspeelgoedspeelgoed uit de kies-kast.

 

* Het ontwikkelen van sociale competenties.

Hoe speel je en communiceer je met elkaar? Met de kleine baby’s, met je vriendjes en met volwassenen? Dit is een leerproces wat kinderen over het algemeen van elkaar leren, als volwassenen geef ik de richtlijnen en kinderen reageren op elkaar en kopiëren gedrag. Een kindje wat al wat ouder is of al langer bij mij komt weet hoe we met elkaar omgaan en andere kinderen nemen dat over. En soms moet ik even corrigeren. Daarom is het spelen in (kleine) groepen ook zo belangrijk. Als gastouder sta je vaak aan de zijlijn te kijken hoe kinderen situaties met elkaar aanpakken. Maar soms zijn er situaties waarbij een kind een extra aanwijzing kan gebruiken. Dit doe ik door bijvoorbeeld een vraag te stellen aan het kind en het eerst zelf een oplossing laten bedenken. Piet zit op de glijbaan, Lies staat beneden en blijft daar staan. Piet schreeuwt vanaf de glijbaan: HEEEEE!!!

Hier kan ik piet helpen door te vragen wat er is , en vervolgens te vragen wat hij aan Lies zou kunnen vragen. En dat hij dan eerst Lies even moet roepen zodat Lies weet dat hij haar bedoelt. En dan wordt het: Lies! Wil je even opzij?

Voor kinderen met nog maar weinig taal wordt de tekst aangepast op het niveau van dat kindje. Dan wordt het bijv: IES..! UIT! (kijk uit)

:” zal ik helpen?” “Nee Itte!”

Samen spelen geeft soms ook ruzies. Voor peuters nog moeilijk op te lossen soms. Toch laat ik het vaak even toe en kijk wat er gebeurd. Ik probeer ook steeds om niet het kind wat “onsociaal” gedrag laat zien  aan te spreken , maar juist het andere kind. Er wordt wat afgepakt. Het kindje wat als eerste met de auto was, houdt de auto vast en kijkt mij hoopvol aan. Het andere kind trekt aan de auto. Ik zeg tegen het eerste kindje : “goed zo! Hou maar vast, jij was met de auto aan het spelen! Ik heb het gezien!” Vaak is dit al genoeg om het kindje aan te moedigen om vast te houden en voor het andere kindje het teken dat het dit keer niet gaat lukken en dat laat vaak dan ook al snel los. Daarop kan ik het eerste kindje een dikke duim geven . Maar wanneer datzelfde eerste kindje met alle vijf de grote auto,s speelt en het andere kindje mee wilt doen dan help ik het weer door te bedenken wat hij zou kunnen vragen om zo tot samenspel te komen. Elke keer is het weer kijken naar mogelijkheden om dit te oefenen met de kinderen. Kinderen weten dat ze gezien en gehoord worden, dat wat zij vragen aan anderen resultaat heeft en voelen zich serieus genomen.

 

 

 

 

 

 

Het samen eten is een voorbeeld hoe we met elkaar heel sociaal samen bezig kunnen zijn. Samen eten en samen praten.

Maar ook de reacties op de jongsten, de babys. Voorzichtig in de buurt van babys  zijn. Wanneer een kleintje huilt omdat zijn knuffeltje uit de box is gevallen dan wijs ik daar een ander kindje op en die geeft het dan aan de baby. En vaak pakken kinderen dit al zelf op en zo kan het zijn dat een kleintje in de box met een groter kindje een samenspel ontwikkeld met het in en uit de box gooien van speelgoed. Lachen naar elkaar gekke bekken trekken en geluidjes maken.

 

Tijdens buitenspelen heb ik de kleintjes, op een kleed, de kruipertjes buiten en de grote met de loopauto,s door elkaar. Kinderen hebben geleerd rekening met elkaar te houden en te kijken waar ze rijden. Met een mooie boog rijden ze om de kruipers heen en ik zit als scherm voor de allerkleinsten wanneer die mee zijn naar buiten.

 

  •  

  • Het doorgeven van waarden en normen.

Hoe ga je met elkaar om? Met speelgoed? Hoe reageer je op andere mensen?

Wat zijn de regels bij mij als gastouder? De regels buiten en in een winkel?

Het kan zijn dat  regels van thuis soms verschillen met die van mij als gastouder. Mogen kinderen thuis over de bank rennen en springen? Dat kan, maar bij mij mag dat niet. En dat geeft niet. Kinderen zijn best flexibel in dit soort regels.  Bij papa en mama, mag ik op de bank staan. Bij oma krijg ik een koekje s,morgens bij de thee. Tante jannie heet Jannie en de Gastouder heet Juf Jolanda. Wanneer er grote verschillen zijn dan maken we dat met elkaar als gastouder en ouders bespreekbaar en kijken we hoe we zo dicht mogelijk bij elkaar kunnen komen.

Waarden en normen in ons gezin:

Als gezin zijn we christen. De thema’s  Pasen en kerst worden opd ie manier ook vormgegeven. Bidden voor het eten doe ik niet met de kindjes, voor veel ouders is dit geen gewoonte en is daar ook geen behoefte aan de kinderen dit aan te leren. Veel van de waarden en normen zijn algemeen en herkenbaar voor kinderen.

  • We gaan respectvol met elkaar om, slaan en duwen vind ik geen leuke manier om iets duidelijk te maken dus zal ik helpen hoe het beter kan.

  • Ook proberen we naar elkaar te luisteren wanneer iemand iets wilt vertellen. Moeilijk voor peuters hoor, wanneer je zó graag over de vakantie wilt vertellen.. maar we proberen het toch.

  • Autonomie, het zelf schoenen en jas aandoen bijvoorbeeld stimuleer ik. Maar willen kindjes elkaar helpen dan stimuleer ik dat ook. Ook het helpen bij opruimen of een moeilijke puzzel vind ik een belangrijke les voor kinderen waar ik graag een compliment voor geef.

  • Bij echt ontoelaatbaar gedrag wordt een kindje even apart gezet. ( 50 cm naar achteren op een stoeltje even niet meedoen) dit gaat dan meestal over echt slaan of negatief gedrag naar elkaar en komt gelukkig bijna nooit voor.

  • Niet rennen in huis, geeft kans op botsingen, we spelen zo vaak mogelijk lekker buiten.

  • Speelgoed maak je niet expres stuk, maar een ondernemende peuter die graag wilt weten hoe iets in elkaar zit…. Dan wordt het tijd voor een bouwdoos 😉

  • Onze eigen kinderen hebben altijd geleerd volwassenen niet direct bij de voornaam aan te spreken. Dus: tante Wil, buurman jansen, of evt buurvrouw Jet, moeder van Jaap enz. Op die manier vind i het ook niet gepast dat kleine dreumesen en peuters mij bij de voornaam aanroepen. Na 13 jaar “: juf” te zijn geweest op een peuterspeelzaal in Amsterdam is dat voor mij een heel natuurlijke naam gebleven. Dus noemen de kinderen van de opvang mij ook: “Juf” of Juf Jolanda.

  • Rust, Reinheid, Regelmaat. Wat ouderwets misschien… Maar met behulp van dagritmekaarten creëer ik de rust en regelmaat die kinderen graag hebben. Dagelijkse vaste structuur geeft een veilig gevoel. In de middag ruim ik een deel van de hoeken weer op en maak ik de vloer weer schoon en is er ineens weer een grote lege ruimte… Ruimte om in alle rust weer met iets anders te spelen.

    De treinbaan bijvoorbeeld..

 

 

                                               

 

 

 

 

 

 

 

 

  • Dagindeling bij de Gastouderplus:

     

  • Vanaf 7.30 kunnen de kinderen worden gebracht

    Met de ouders is er dan even een overdrachtje om evt. bijzonderheden door te geven. De kinderen kunnen dan kiezen waar ze mee meespelen in één van de hoeken of iets kiezen uit de kieskast?

  • 9.00 uur: even samen spelen , wanneer er baby,s zijn is dit hún half uurtje en spelen de grotere met elkaar.

  • 9.20 uur: opruimen! Hele jonge baby’s gaan dan alweer even slapen.

  • 9.30 uur:  Met de de andere kindjes in de kring. Daar beginnen we met elkaar met het zingen van onze vaste “ goedemorgen “ liedjes.  Dan gaan we met het thema aan de slag, de thema liedjes, spelletjes en het thema boekje.  Oudere baby,s evt in een wippertje er bij tijdens het zingen. Dat vinden ze leuk en soms gaan ze al mee klappen en bewegen. Dreumesen. zitten en kruipen op de grond

    Ze hoeven nog niet op een stoeltje te blijven zitten maar blijven er meestal vanzelf al bij zitten.

  • 10.00 uur: Thema knutsel maken..of anders kiezen voor kleien of kleuren, met zand ed.

  • 10.20 uur:  fruit eten met elkaar. Tijd voor een praatje en we eindigen met een aantal vaste liedjes zodat iedereen weet dat we klaar zijn.

  • 10.30 uur :  oudere baby,s meestal slapen, plassen en verschonen.

  • 10.40 uur : naar buiten. In de voortuin spelen we lekker buiten met de loop auto,s fietsjes, glijbaan wip of zandbak. Met de babyfoon houd ik de slapers in de gaten.

  • 11.30- uur: naar binnen – handen wassen. En even vrij spelen. Baby tijd wanneer er een baby is. Verschonen, flesje, hapje, spelen.

  • 12.00 uur: Samen broodje eten.

  • 12.30 uur: plassen, verschonen. Middagslaapje voor de jongste peuters en babys.

  • 13.00/ 14.00: vrij spelen.

  • 14.00 uur: De hoeken worden opgeruimd. Tijd voor ander speelgoed. De treinbaan of het verkeerskleed rollen met de ballen bijv. maar kleien of een puzzel aan de kleine huiskamertafel mag natuurlijk ook!

  • 14.30 uur:  de slapers worden wakker. Flesjes, hapjes ed. de grote krijgen drinken en een koekje.

  • 14.45uur : Plassen/ verschonen.

  • 15.00 uur: Nog even buiten spelen bij goed weer of samen een boodschap doen met de bakfiets of bij regen samen binnenspelen.

  • 17.00 uur: Nog niet opgehaald? Die kindjes mogen even naar zandkasteel of thomas kijken. Samen met onze grote eigen kinderen. Dan kan ik rustig koken..

  • 18.00 uur: alle kindjes zijn nu opgehaald.

Hoewel de dagindeling dagelijks redelijk hetzelfde is hebben baby’s hun eigen ritme in slapen en eten. Meestal past dat heel goed in de overgangen van de dagindeling. Maar de kleintjes bepalen zelf het ritme en zo nodig pas ik mijn indeling daar wat op aan